Nogmaals: gemeenten moeten op verzoek van belanghebbende de WOZ-taxatiegegevens verstrekken

Wij hebben op deze plaats al vaker de vraag besproken of gemeenten verplicht zijn om reeds in de bezwaarfase de aan de vastgestelde WOZ-waarde ten grondslag liggende gegevens toe te zenden aan de belanghebbende. Deze vraag komt nog met grote regelmaat aan de orde terwijl het antwoord al zo duidelijk is geformuleerd door de Hoge Raad. Dat antwoord is: ja, mits de belanghebbende om overlegging van deze gegevens heeft verzocht. 

In het recente arrest van 14 juni 2024 heeft de Hoge Raad zijn standpunt nogmaals herhaald.
In die zaak betrof het de vraag of de gemeente de zogenoemde KOUDV- en liggingsfactoren moest verstrekken aan de belanghebbende. Die belanghebbende had hierom verzocht in zijn bezwaarschrift en deed hiervoor een beroep op art. 40, lid 2 van de Wet WOZ.
Deze bepaling verplicht de gemeente om, op verzoek van de belanghebbende, aan hem of haar alle taxatiegegevens te verstrekken die ten grondslag liggen aan de vastgestelde WOZ-waarde. 

Verplichte onderbouwing WOZ-waarde

De Hoge Raad oordeelt dat deze verplichting inhoudt dat aan de belanghebbende op verzoek alle aan de vastgestelde WOZ-waarde ten grondslag gegevens moeten worden overlegd waarom die belanghebbende heeft verzocht. Het is dus van belang dat de belanghebbende een gemotiveerd verzoek doet tot het overleggen van taxatiegegevens waarbij zo expliciet mogelijk wordt aangegeven welke taxatiegegevens de belanghebbende wenst te ontvangen. Meestal zal het bij woningen gaan om de KOUDV-factoren, de liggingsfactoren en de grondstaffels. Bij niet-woningen zoals kantoren, winkels en overige courante bedrijfsobjecten, zal het veelal gaan om de onderbouwing van de toegepaste huurwaarden en kapitalisatiefactor. Deze onderbouwing kan blijken uit verkoop- e/o verhuurtransacties.
Bij incourante niet-woningen kan het gaan om onderbouwingen van de grondwaarde waaronder transactiegegevens van gerealiseerde grondverkopen en/of om onderbouwing van 

Het verstrekken van gegevens op grond van art. 40, lid 2 van de Wet WOZ staat geheel los van de verplichting die art. 7:4 van de Awb (de Algemene wet bestuursrecht) aan gemeenten oplegt om gegevens te verstrekken in het kader van het inzagerecht dat de belanghebbende heeft voorafgaand aan een hoorzitting.