De WOZ-waarde heeft betrekking op onroerende zaken. Het is dus van belang om de vraag te beantwoorden of zonnepanelen onroerende zaken zijn. Deze vraag wordt bevestigend beantwoord als het gaat om zonnepanelen op daken van gebouwen en als het gaat om zonnepanelen die deel uitmaken van een zonnepark op land. Als de zonnepanelen deel uitmaken van een op het water drijvend zonnepark dan zijn de zonnepanelen roerend.
Bij woningen wordt de waarde van de zonnepanelen begrepen in de waarde van de woning.
Omdat de waarde van woningen wordt bepaald door vergelijking met woningen waarvan een transactiecijfer bekend is, is de waarde van de zonnepanelen het verschil tussen de veronderstelde verkoopprijs van twee vergelijkbare woningen waarbij de ene woning wél is voorzien van zonnepanelen en de andere woning niet.
Bij bedrijfsmatig gebruikte onroerende zaken, zoals fabriekscomplexen, zal de waarde van de zonnepanelen die op de daken zijn gelegd doorgaans worden bepaald via de methode van de gecorrigeerde vervangingswaarde.
In het geval van kantoren of distributiecentra zal de marktwaarde worden bepaald; daarvoor geldt ongeveer eenzelfde benadering als bij de waardering van zonnepanelen op woningen.
Overigens is nog wel van belang om te bepalen van wie de zonnepanelen zijn; zonnepanelen hebben niet altijd dezelfde eigenaar als het gebouw waarop die zonnepanelen zijn bevestigd.
De waarde van zonneparken wordt bepaald op basis van de methode van de gecorrigeerde vervangingswaarde. Gemeenten maken daarbij vaak gebruik van een taxatiewijzer die specifiek voor de WOZ-waardering van windturbines en zonneparken is geschreven. Helaas schiet die taxatiewijzer tekort waardoor toepassing hiervan tot te hoge WOZ-waarden leidt.
De waarde van werktuigen blijft bij de bepaling van de WOZ-waarde buiten aanmerking.
Bij zonnepanelen en bij zonneparken betekent dit dat de waarde van omvormers, transformatoren, kabels en leidingen buiten de waardering blijven. In sommige gevallen kan zelfs een ruimere vrijstelling van toepassing zijn; maatwerk bij de bepaling van de WOZ-waarde is van belang.
Bij zonneparken kan een vrijstelling van de grond aan de orde komen. Voorwaarde is dat de grond dan wordt gebruikt als bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond. Daarvan is bijvoorbeeld sprake indien de exploitant van het zonnepark schapen laat grazen op het perceel waarop het zonnepark is gerealiseerd. Die schapen lopen dan veelal tussen en onder de zonnepanelen door – natuurlijk wel opletten dat de schapen niet aan de kabels kunnen komen!
Het is ook mogelijk dat de exploitant een schaapsherder de gelegenheid geeft om het perceel met schapen te laten begrazen. Ook dan vindt de vrijstelling toepassing indien de schaapsherder zijn werkzaamheden bedrijfsmatig verricht; uitbesteding aan een zogenoemde hobbyboer leidt dan ook niet tot toepassing van de cultuurgrondvrijstelling.
Voor vragen en nadere toelichting met betrekking tot de WOZ-waardering van zonnepanelen en zonneparken kunt u uiteraard contact met ons opnemen.