Het is een actuele vraag: dient de rioolheffing te worden geheven van de eigenaar of van de gebruiker van een perceel. Bij de beantwoording van deze vraag draait het om het principe ‘de vervuiler betaalt’. Met andere woorden: wie is de vervuiler als het gaat om riolering? Twee actuele ontwikkelingen dienen zich aan.
Kaderrichtlijn water
Ten eerste: het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch heeft in zijn op 15 februari 2017 gepubliceerde uitspraak de vraag beantwoord of het heffen van een rioolheffing van – alleen – de eigenaar van een perceel strijdig is met voornoemd principe. Concreet heeft het hof deze vraag beantwoord in het licht van de zogenoemde “Kaderrichtlijn water” die is vastgesteld door het Europees parlement en de Raad op 23 oktober 2000. In deze richtlijn is voornoemd principe ‘de vervuiler betaalt’ vastgelegd.
Het hof in Den Bosch oordeelt dat een gemeente niet in strijd handelt met deze kaderrichtlijn indien die gemeente de rioolheffing alleen heft van eigenaren van percelen die direct of indirect zijn aangesloten op de gemeentelijke riolering. Hiertoe overweegt het hof onder meer dat de rioolheffing zowel tot doel heeft om de kosten van inzameling en transport van afvalwater te dekken als ook de kosten van inzameling en verwerking van hemelwater; met name met betrekking tot dit hemelwater kan niet zonder meer worden aangenomen dat toepassing van het principe ‘de vervuiler betaalt’ ertoe leidt dat de rioolheffing wel van de gebruiker maar niet van de eigenaar zou kunnen worden geheven. Bovendien bestaat bij de inrichting van de rioolheffing enige vrijheid; de ‘Kaderrichtlijn’ dwingt niet om de rioolheffing van alleen de gebruiker van een perceel te heffen.
‘de vervuiler betaalt’
Ten tweede: VVD-kamerlid H. Veldman heeft in 2016 een initiatiefwetsvoorstel ingediend inhoudende dat gemeenten verplicht worden om de rioolheffing uitsluitend van de gebruiker van een perceel te heffen. Veldman voert ter onderbouwing van deze verplichting aan dat de rioolheffing gebaseerd moet zijn op het principe ‘de vervuiler betaalt’ en dat dat principe meebrengt dat alleen de gebruiker van een op de riolering aangesloten perceel in de rioolheffing kan worden betrokken.
De Raad van State heeft recent advies uitgebracht over dit initiatiefwetsvoorstel. Daarbij heeft de Raad van State enkele kritische kanttekeningen geplaatst. Met name acht de Raad dit voorstel een inperking van de bij wet vastgestelde gemeentelijke autonomie die juist bij de heffing van belastingen tot uitdrukking komt. Veldman onderschrijft en erkent de gemeentelijke autonomie maar verwijst vervolgens naar de Afvalstoffenheffing waarbij het principe ‘de vervuiler betaalt’ destijds voor de wetgever de reden is geweest om alleen de gebruiker van een perceel belastingplichtig te laten zijn voor deze heffing.
Ook acht de Raad van State de timing van het initiatiefwetsvoorstel ongelukkig nu een politieke discussie over een mogelijke uitbreiding van het gemeentelijke belastinggebied aanstaande is. Veldman is met deze naderende discussie bekend maar wijst erop dat dergelijke discussies in het algemeen veel tijd vergen en zo lang wil Veldman niet wachten; daarvoor acht hij beperking van de rioolheffing tot uitsluitend de gebruiker van een perceel te belangrijk. Veldman concludeert dat het advies van de Raad van State niet tot wijziging van zijn initiatiefwetsvoorstel zal leiden.
Samengevat: gemeenten kunnen de rioolheffing op dit moment zowel aan de eigenaar van een op de riolering aangesloten perceel als aan de gebruiker van een dergelijk perceel opleggen; wellicht dat dit in de nabije toekomst door middel van wetswijziging wordt aangepast zodat rioolheffing alleen nog van de gebruiker van een perceel kan worden geheven. Maar voordat het zover is ………….