Toetsing van belastingverordeningen: exceptieve toetsing

Hoge Raad: exceptieve toetsing bij lokale belastingen mogelijk

In beroepsprocedures over belastingaanslagen van gemeenten en van waterschappen kan ook de verbindendheid van de belastingverordening ter discussie staan.

Naast het feit dat een belastingverordening wegens formele gebreken onverbindend kan worden geoordeeld, kan de verordening ook in strijd zijn met algemene rechtsbeginselen. De belastingrechter toetst dan aan de materiële rechtsbeginselen: het gelijkheidsbeginsel, het rechtszekerheids-beginsel of het vertrouwensbeginsel. Als de rechter strijdigheid met een van deze beginselen vaststelt zal de verordening onverbindend worden verklaard. De opgelegde aanslag wordt dan vernietigd.
Volgens de Hoge Raad* kan de rechter de belastingverordening ook toetsen aan de formele rechtsbeginselen, zoals het beginsel van een zorgvuldige besluitvorming of het beginsel van een deugdelijke motivering. Deze toetsing noemen wij ‘exceptieve toetsing’. Bij strijdigheid met een van deze beginselen kan de belastingrechter de verordening buiten toepassing verklaren ten aanzien van de in beroep gekomen belanghebbende. Ook dan wordt de aanslag vernietigd. 

Ook de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State en de Centrale Raad van Beroep hebben onlangs met toepassing van exceptieve toetsing uitspraken gedaan. 

Wat betekent dit voor u?

Voor belastingplichtigen kan deze exceptieve toetsing de mogelijkheid bieden om zich met succes te verweren tegen slechte of onbegrijpelijke wetgeving. Denk hierbij onder meer aan plotselinge en forse belastingverhogingen.
Indien u nader advies wilt over het toetsen van belastingverordeningen of wilt weten wat in uw specifieke situatie de beroepsmogelijkheden zijn, neemt u dan vrijblijvend contact met ons op. 

*Hoge Raad 8 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:34