BELASTINGRECHTSPRAAK WORDT NIET OPENBAAR

BRIEF STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN AAN DE TWEEDE KAMER (MVF 25 APRIL 2014, KENMERK AFP/2014/302)

De staatssecretaris van financiën heeft in bovengenoemde brief aan de Tweede Kamer (o.m.) medegedeeld dat de belastingrechtspraak niet openbaar wordt. Een conceptwetsvoorstel is in 2011 op internet ter consultatie aangeboden. Op basis van de ontvangen reacties heeft de staatssecretaris, alles afwegende, nu besloten geen wetsvoorstel bij de Kamer in te dienen. De belangrijkste bezwaren tegen openbaarheid van belastingrechtspraak zijn:

Inbreuk op privacy: belastingrechtspraak heeft bij uitstek te maken met privacygevoelige dan wel concurrentiegevoelige informatie;

Belemmering van de toegang tot de rechter: openbaarheid kan aldus een drempel opwerpen in de toegang tot de rechter zodat dit een verslechtering van de rechtsbescherming oplevert;

Kenbaarheid en controleerbaarheid van de rechtspraak: er bestaat bij de huidige beslotenheid van de rechtspraak geen vrees dat belastingplichtigen bij de rechter geen eerlijke behandeling behandeling zouden krijgen; met andere woorden: er is geen probleem dat opgelost moet worden.
Publicatie van rechterlijke beslissingen maakt de belastingrechtspraak voldoende kenbaar en controleerbaar.

Commentaar:
De internetconsultatie met betrekking tot dit onderwerp heeft duidelijk gemaakt dat in de praktijk in overwegende mate geen behoefte bestaat aan openbaarheid van belastingrechtspraak. Vanuit een oogpunt van bescherming van privacy (zowel voor particulieren als voor bedrijven) valt dit volledig te begrijpen: openbaarheid zou belastingplichtigen er vanaf kunnen houden om een fiscaal geschil aan de belastingrechter voor te leggen. Daarmee zou openbaarheid tot een verslechtering van de rechtsbescherming in het belastingrecht kunnen leiden en dat is uiteraard niet de bedoeling. Omdat met het beoogde wetsvoorstel bovendien geen enkel probleem wordt opgelost, kan slechts waardering bestaan voor het besluit van de staatssecretaris om niet tot indiening van het wetsvoorstel over te gaan.