Het is al jaren een bron van discussie tussen belanghebbenden en gemeenten: moet een gemeente nu wel of niet alle aan de vastgestelde WOZ-waarde ten grondslag liggende taxatiegegevens aan die belanghebbende verstrekken? “Ja” zeggen belanghebbenden, gemeenten kunnen zich niet beperken tot het alleen verstrekken van het taxatieverslag.
En “nee” zeggen veel gemeenten, verstrekking van alleen het taxatieverslag is voldoende; de overige gegevens die gebruikt zijn voor de waardering – maar die niet op het taxatieverslag zijn vermeld – behoeven niet te worden verstrekt.
Rechtbanken en gerechtshoven kwamen in procedures tot uiteenlopende oordelen. Maar vandaag heeft de Hoge Raad een einde gemaakt aan de discussie: volgens onze hoogste rechter is een gemeente wettelijk verplicht om, op verzoek van een belanghebbende, de gegevens die ten grondslag liggen aan de vastgestelde waarde, aan die belanghebbende te verstrekken.
KOUDV-factoren en grondstaffels
Gegevens die niet op taxatieverslag staan zijn onder meer de zogenoemde KOUDV-factoren en de grondstaffels.
De KOUDV-factoren geven inzicht in de gemeentelijke beoordeling van elementen als kwaliteit, onderhoud, uitstraling, doelmatigheid, voorzieningen en ligging van de woning. Deze factoren kennen in sommige gemeenten ook wel een andere aanduiding dan KOUDV.
De grondstaffel bevat de waardering van de grondcomponent die van de woning deel uitmaakt.
Deze gegevens liggen eveneens ten grondslag aan de vastgestelde waarde en dienen derhalve op verzoek van de belanghebbende te worden verstrekt, zo oordeelt de Hoge Raad.
Wel is het hiervoor van belang dat het verzoek om deze gegevens voldoende specifiek is.
Wettelijke verplichting
De Hoge Raad is volstrekt duidelijk over de verplichting voor gemeenten om de hierbedoelde gegevens op verzoek aan belanghebbenden te verstrekken: deze verplichting vloeit namelijk voort uit art. 40, lid 2 van de Wet WOZ.
Voorafgaand aan het oordeel van de Hoge Raad had de Advocaat-Generaal bij de Hoge Raad al geconcludeerd dat gemeenten op grond van dit wettelijk voorschrift tot verstrekking van de genoemde gegevens dienen over te gaan indien de belanghebbende hierom verzoekt.
De Hoge Raad heeft de conclusie van de AG vandaag bevestigt.
Verstrekken op verzoek
Aan het verstrekken van gegevens als KOUDV-factoren en grondstaffels dient dus wel een verzoek van belanghebbende vooraf te gaan. Dit verzoek, zo oordeelt de Hoge Raad, dient voldoende specifiek te zijn. Aangenomen mag worden dat een verzoek voldoende expliciet is indien belanghebbende expliciet de gegevens benoemt die hij of zij wenst te ontvangen.
Het verzoek kan ook zien op de gegevens die ten grondslag liggen aan de vastgestelde waarden van de zogenoemde vergelijksobjecten. Dit zijn de objecten waarmee het object van belang-hebbende in het kader van de waardebepaling wordt vergeleken. Deze vergelijkingsobjecten staan vermeld op het taxatieverslag.
Indien de belanghebbende specifiek verzoekt om de gegevens die grondslag liggen aan de vastgestelde waarde van de vergelijkingsobjecten – zoals KOUDV-factoren of grondstaffels – dan dient de gemeente ook deze gegevens aan de belanghebbende te verstrekken.
Toezending gegevens aan de gemachtigde van belanghebbende
Indien de belanghebbende een gemachtigde heeft ingeschakeld om voor hem of haar op te treden, en de gemachtigde (voldoende specifiek) verzoekt om de aan de waardevaststelling ten grondslag liggende gegevens, dan dient de gemeente de verzochte gegevens aan de gemachtigde te verzenden.
Vragen?
Heeft u vragen over dit onderwerp? Neem gerust contact met ons op; wij helpen u graag verder.
Het arrest van vandaag vindt u door te klikken op onderstaande link
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:HR:2023:1052&showbutton=true&idx=14