Zonneparken worden in verreweg de meeste gevallen op het land gebouwd. Het is ook mogelijk om een zonnepark op water aan te leggen; die zonneparken worden aangeduid als ‘drijvende zonneparken’.
Bij drijvende zonneparken komt de vraag aan de orde of die zonneparken roerend of onroerend zijn. Het antwoord op deze vraag is van belang in het kader van de Wet WOZ en de heffing van onroerendezaakbelastingen.
Afgelopen week heeft een rechter hierover een eerste uitspraak gedaan.
Schip
Rechtbank Overijssel oordeelt dat een zaak, die blijkens zijn constructie bestemd is om te drijven en drijft, moet worden aangemerkt als een schip in de zin van art. 8:1 van het BW; zo’n zaak is in het algemeen een roerende zaak, aldus de rechtbank. De rechtbank verwijst hierbij naar de arresten van de Hoge Raad van 15 januari 2010 en 9 maart 2012.
Vervolgens stelt de rechtbank (feitelijk) vast dat het zonnepark blijkens zijn constructie bestemd is om te drijven en dit feitelijk ook doet.
Boek 8 BW heeft als titel “Verkeersmiddelen en vervoer”; art. 8:1 BW gaat over schepen. Bij eerste lezing hiervan komt als vanzelfsprekend de gedachte op dat een drijvend zonnepark geen schip is; evenmin is het een verkeersmiddel of dient het tot vervoer. Rechtbank Overijssel oordeelt evenwel dat uit de hiervoor genoemde arresten van de Hoge Raad niet blijkt dat relevant is of de betreffende drijvende zaak daadwerkelijk wordt gebruikt als verkeers- of vervoersmiddel. Evenmin blijkt uit het arrest dat relevant is in hoeverre de (drijvende) zaak bestemd is langere tijd ter plaatse te blijven, aldus de rechtbank.
Duurzaam verenigd met de grond
De rechtbank gaat vervolgens in op de vraag of het drijvende zonnepark duurzaam is verenigd met de grond. Art. 3:3 BW merkt dergelijke zaken namelijk als onroerend aan.
Rechtbank Overijssel stelt vast dat de constructie van het zonnepark zodanig is dat het zonnepark mee beweegt met de waterstand en dat wordt voorkomen dat het zonnepark afdrijft. Het zonnepark is dan ook niet duurzaam met de grond verenigd. Voorts is de verbinding met de oever zodanig dat ook op grond hiervan niet kan worden geoordeeld dat sprake is van een duurzame vereniging met de grond.
Het zonnepark is derhalve roerend, zo oordeelt de rechtbank.
Betekenis van deze uitspraak voor de praktijk
Voor een roerend zonnepark behoeft in het kader van de Wet WOZ geen waarde te worden vastgesteld. Heffing van onroerendezaakbelastingen komt evenmin aan de orde. De rechtbank vernietigt dan ook de vastgestelde WOZ-beschikking en als gevolg hiervan zullen ook de aanslagen OZB moeten worden vernietigd.
Echter: het is te verwachten dat de gemeente hoger beroep dan wel beroep in cassatie zal aantekenen tegen deze uitspraak. Daarmee wordt de uitspraak van de rechtbank voorlopig niet onherroepelijk en zullen wij het vervolg van de procedure met belangstelling moeten afwachten.
Vragen?
Als u vragen heeft of nader wenst te worden geïnformeerd over dit onderwerp, neemt u dan contact met ons op. Wij helpen u graag verder.