Gelijkheidsbeginsel bij rioolheffing geschonden

Gelijke gevallen moeten gelijk worden behandeld. Dit uitgangspunt geldt uiteraard ook bij de heffing van belastingen. Blijkens een recente uitspraak van de Rechtbank Rotterdam handelt de gemeente Sliedrecht in strijd met dit uitgangspunt doordat de gemeente ‘kerken’ vrijstelt van rioolheffing. Sliedrecht is echter niet de enige gemeente die kerken vrijstelt van rioolheffing. 

Rioolheffing en Kerkenvrijstelling

De rioolheffing is een gemeentelijke belasting die kan worden geheven ter bestrijding van (kort gezegd) de kosten van inzameling en transport van huishoudelijk afvalwater, bedrijfsafvalwater en van hemelwater. De gemeente kan ervoor kiezen om deze belasting ofwel van eigenaren van woningen, bedrijven en andere objecten te heffen, ofwel van gebruikers van dergelijke objecten, ofwel van zowel eigenaren als gebruikers van deze objecten.
De gemeente Sliedrecht koos er in 2015 voor om objecten bestemd voor ‘de openbare eredienst’ of bestemd voor ‘het houden van openbare bezinnings-bijeenkomsten van levensbeschouwelijke aard’ vrij te stellen van rioolheffing. Zo’n vrijstelling wordt veelal aangeduid met ‘kerkenvrijstelling’; hiermee wordt verwezen naar de OZB waar ook een dergelijke (kerken)vrijstelling van toepassing is.

Gelijkheidsbeginsel

Een drietal eigenaren van woningen stelde dat de gemeente met deze kerkenvrijstelling het gelijkheidsbeginsel schendt. Woningen en kerken zijn immers, gelet op aard van de rioolheffing, gelijke gevallen.
Rechtbank Rotterdam is het hiermee eens, zo blijkt uit een recente uitspraak. Naar het oordeel van de rechtbank zijn woningen en kerken weliswaar naar normaal spraakgebruik geen gelijke gevallen maar bij de rioolheffing geldt dit niet. Dan moet worden beoordeeld of woningen en kerken gelijke gevallen zijn gelet op voor de aard van de heffing relevante feiten en omstandigheden.
De rechtbank stelt vervolgens vast dat zowel woningen als kerken zijn aangesloten op de riolering en dat de rioolheffing een bestemmingsheffing is waaruit de kosten van de gemeentelijke riooltaken worden bekostigd. Zo bezien zijn woningen en kerken voor de rioolheffing van eigenaren gelijke gevallen. Gevolg: de rechtbank vernietigt de aan de eigenaren van de drie woningen opgelegde aanslagen rioolheffing.

Aanslagen opgelegd door bevoegde heffingsambtenaar? 

Dat de rechter eerst recent een oordeel geeft over deze over 2015 opgelegde aanslagen rioolheffing komt omdat partijen eerst van mening verschilden of de aanslagen wel door een bevoegde heffingsambtenaar waren opgelegd. Omdat de rechtbank in 2017 oordeelde dat de aanslagen onbevoegd waren opgelegd en moesten worden vernietigd, kwam de rechtbank toen niet aan het geschil over het gelijkheidsbeginsel toe. Nadat het gerechtshof in Den Haag oordeelde dat de aanslagen wel bevoegd waren opgelegd en de Hoge Raad het daar mee eens was, kwam de rechtbank toe aan het gelijkheidsbeginsel. 

Ongelijke behandeling van gelijke gevallen

Uit de jurisprudentie blijkt dat niet alle ongelijke behandeling van gelijke gevallen ongeoorloofd is. Als een gemeente voor de ongelijke behandeling van gelijke gevallen een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond heeft, dan kan die ongelijke behandeling worden aanvaard.
De gemeente Sliedrecht onderbouwde de vrijstelling met het argument dat kerken dienden te worden ontzien bij de rioolheffing vanwege hun financiële situatie enerzijds en het algemeen belang van kerken anderzijds. Dit achtte de rechter in het kader van de rioolheffing geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond voor de geconstateerde ongelijke behandeling. 

Hoge Raad aan zet

Ook in de gemeente Loppersum worden de eigenaren van kerken vrijgesteld van rioolheffing. Rechtbank en gerechtshof oordeelden dat de gemeente Loppersum daarvoor een objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond heeft: kerken zijn openbaar toegankelijk en andere objecten – zoals woningen – zijn niet openbaar toegankelijk. Kortom: geen gelijke gevallen volgens rechtbank en gerechtshof. Dit geschil ligt nu ter beoordeling bij de Hoge Raad. Voorafgaand aan de beslissing van ons hoogste rechtscollege heeft de advocaat-generaal bij de Hoge Raad geconcludeerd dat het openbaar toegankelijk zijn van kerken in het kader van de rioolheffing geen objectieve en redelijke rechtvaardigingsgrond is. Volgens de advocaat-generaal worden vanuit kerken evenveel – zo niet meer – kosten opgeroepen als vanuit woningen of andere gebouwen terwijl ook die kerkgebouwen profijt hebben van de gemeentelijke rioleringstaken. Daarom leidt de vrijstelling tot een ongelijke behandeling van gelijke gevallen.

Wij kijken met belangstelling uit naar het oordeel van de Hoge Raad.

Bijgevoegd de uitspraak van Rechtbank Rotterdam in de zaak Sliedrecht en de conclusie van advocaat-generaal bij de Hoge Raad in de zaak Loppersum. 

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBROT:2021:1666&showbutton=true&keyword=rioolheffing

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:PHR:2021:180&showbutton=true&keyword=rioolheffing

Heeft u vragen? 

Als u vragen heeft naar aanleiding van het vorenstaande neemt u dan gerust contact met ons op.