Hoge Raad beschermt erfpachter tegen gemeente Amsterdam

In mei 2017 bood de gemeente Amsterdam erfpachters aan over te gaan tot afkoop van het erfpachtrecht dan wel tot omzetting naar een eeuwigdurende erfpacht. Voor de berekening van de afkoopsom respectievelijk de canon stelde de gemeente Amsterdam uit te zullen gaan van de laagste van de WOZ-waarden die de gemeente Amsterdam voor de woning in 2015 en 2016 bij WOZ-beschikking had vastgesteld 

Naar aanleiding van dit aanbod vroeg een groot aantal erfpachters alsnog om uitreiking van een WOZ-beschikking 2015. Een groot deel van deze personen had niet eerder een WOZ-beschikking 2015 ontvangen omdat het bijvoorbeeld ging om personen die hun woning pas later hadden gekocht of om personen van wie de partner (en mede-eigenaar) de WOZ-beschikking 2015 had ontvangen. Ook personen die wel al een WOZ-beschikking 2015 hadden ontvangen vroegen een nieuwe WOZ-beschikking 2015. Dit alles met het doel om alsnog de WOZ-waarde 2015 in bezwaar ter discussie te kunnen stellen. 

WOZ-beschikkingen 2015

De gemeente Amsterdam weigerde echter WOZ-beschikkingen 2015 af te geven. Reden: de gemeente stelde dat dat de betreffende personen bij de WOZ-beschikking 2015 geen belang meer konden hebben. Op grond van de Wet WOZ kan een in 2017 opgevraagde WOZ-beschikking niet verder terug werken dan tot 1 januari van het voorafgaande jaar: tot 1 januari 2016 dus. 

Wet WOZ

Rechtbank Amsterdam en Hof Amsterdam volgden het standpunt van de gemeente Amsterdam maar de Hoge Raad niet. De Hoge Raad betrok art. 28, lid 1 van de Wet WOZ in zijn oordeel. 

Uit art. 28, lid 1 van de Wet WOZ volgt dat degene die om uitreiking van een WOZ-beschikking vraagt, daarbij belang moet hebben. Van belang is sprake indien de WOZ-waarde op grond van een wettelijk voorschrift wordt gebruikt en de belanghebbende door dit gebruik in zijn individuele belang kan worden geraakt. 

Vervolgens overweegt de Hoge Raad dat de gemeente nu zelf de WOZ-waarde in haar privaatrechtelijke hoedanigheid gebruikt tegenover een belanghebbende terwijl die belanghebbende tegen dat die WOZ-waarde geen bezwaar en beroep heeft kunnen instellen. Dit nu mag de gemeente niet beletten om alsnog op verzoek een WOZ-beschikking uit te reiken op grond van art. 28, lid 1 Wet WOZ. 

Daarom stelt de Hoge Raad deze situatie gelijk aan de situatie waarin de WOZ-waarde wordt gebruikt ingevolge een wettelijk voorschrift. Het is evident dat de betreffende persoon door het gebruik van deze WOZ-waarde in haar individuele belang kan worden geraakt. 

De Hoge Raad besluit het arrest met een opdracht aan de gemeentelijke heffingsambtenaar om alsnog de gevraagde WOZ-beschikkingen 2015 te verstrekken. Echter alleen aan de personen die zelf nog geen beschikking 2015 hadden ontvangen. De personen die zelf wel al een beschikking 2015 hadden ontvangen krijgen geen nieuwe beschikking uitgereikt. Zij konden reeds eerder bezwaar aantekenen tegen die WOZ-waarde.

De gemeente Amsterdam

De gemeente Amsterdam wordt hier stevig op de vingers getikt door de Hoge Raad. En terecht. Omdat de gemeente hier de WOZ-waarde gebruikt die zij zelf heeft vastgesteld dient degene ten aanzien van wie die WOZ-waarde wordt gebruikt daartegen wel bezwaar en beroep te kunnen indienen. 

De WOZ-waarde 2015 zal, gelet op de marktontwikkelingen, doorgaans lager zal zijn dan de WOZ-waarde 2016. Daarom speelt de WOZ-waarde 2016 verder niet of nauwelijks een rol bij de afkoop of omzetting van erfpacht.

Verdere achtergrond informatie: link

Voor nadere informatie over het vorenstaande kunt u contact met ons opnemen.