Het is een actuele vraag: dient de rioolheffing te worden geheven van de eigenaar of van de gebruiker van een perceel. Bij de beantwoording van deze vraag draait het om het principe ‘de vervuiler betaalt’. Met andere woorden: wie is de vervuiler als het gaat om riolering? Twee actuele ontwikkelingen dienen zich aan. ...
Blog
GEMEENTE MOET OPBRENGST RIOOLHEFFING BESTEDEN AAN RIOLERING
De Hoge Raad oordeelde vandaag in heldere bewoordingen dat een gemeente de opbrengst van de rioolheffing dient te besteden aan de riolering. Dit past bij het karakter van de rioolheffing, te weten een bestemmingsheffing. Het arrest van de Hoge Raad is dan ook niet verrassend; wél verrassend is de constatering dat er (tenminste) één gemeente is die de opbrengst van de rioolheffing niet aan de riolering besteed maar die opbrengst voor een ander doel aanwendt. ...
BELASTINGVERLICHTING
De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de belastingverlichtende regelingen bij de heffing van rijksbelastingen. Op 1 februari 2017 is het maar liefst 82-pagina’s tellende rapport van de Algemene Rekenkamer aangeboden aan de Tweede Kamer. ...
OP DE DREMPEL VAN HET NIEUWE JAAR ……
Het belastingjaar 2016 zit er bijna op. Wij, bedrijven en burgers, hebben met elkaar toch weer heel veel euro’s overgemaakt aan s’ Rijks schatkist en aan de schatkistjes van gemeenten, provincies en waterschappen. Laten wij hopen dat al die euro’s goed zijn of worden besteed! ...
VERZOEK OM IMMATERIËLE SCHADEVERGOEDING BEHOEFT GEEN MOTIVERING
Indien bij de behandeling van een bezwaar- of beroepschrift de daarvoor geldende redelijke termijn wordt overschreden komt de belanghebbende onder voorwaarden in aanmerking voor toekenning van een immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van die redelijke termijn. Eén van de voorwaarden voor toekenning is dat de belanghebbende hiertoe tijdig een verzoek indient. ...
TE LAAT INGEDIEND BEROEPSCHRIFT ALS GEVOLG VAN ZIEKTE IS VERSCHOONBAAR
Voor het indienen van een beroepschrift geldt een wettelijke termijn van zes weken na de dagtekening van de uitspraak op bezwaar. Stel nu dat de belanghebbende tegen het einde van die zes weken plotseling zodanig ziek wordt dat hij als gevolg daarvan niet tijdig, binnen die zes weken, beroep kan instellen. Is het beroep dan niet-ontvankelijk? ...
OPNIEUW ARREST OVER WERKTUIGENVRIJSTELLING BIJ WOZ-WAARDERING ZIEKENHUIS
In zijn arrest van 6 februari 2015 oordeelde de Hoge Raad dat installaties die in hoofdzaak dienstbaar zijn aan het medische proces dat in een ziekenhuis plaatsvindt, sprake kan zijn van werktuigen in de zin van de zogenoemde werktuigenvrijstelling. Hieraan doet niet af, zo voegde de Hoge Raad aan dat oordeel toe, dat veel van die installaties zijn aangebracht vanwege extra wettelijke eisen in het belang van de gezondheidszorg.
De Hoge Raad heeft dit oordeel vandaag in een arrest bevestigt. ...
TOEPASSING ‘LEEGWAARDERATIO’ OOK BIJ ERFBELASTING ONVERBINDEND
Opnieuw acht de Hoge Raad de zogenoemde ‘leegwaarderatio‘ onverbindend indien de met toepassing van deze ratio in aanmerking te nemen waarde van de verhuurde onroerende zaak 10% of meer afwijkt van de werkelijke waarde van de verhuurde onroerende zaak. ...
HOGE RAAD: RECREATIEWONINGEN ZIJN VOOR WOZ/OZB OOK WONINGEN
Recreatiewoningen zijn ook woningen. Dit klinkt als een open deur maar in het kader van de heffing van OZB diende de Hoge Raad eraan te pas te komen om dit vast te stellen. Dat deed ons hoogste rechtscollege vandaag in een tweetal arresten. Het belang hiervan ligt uiteraard bij de omvang van de verschuldigde OZB die, als gevolg van deze arresten, beduidend lager kan uitvallen.
De omvang van die verlaging is weer afhankelijk van de feitelijke situatie. ...
ZOMER 2016: SPITTEN IN HET GEMEENTELIJK BELASTINGGEBIED!
Het zat er aan te komen: de regering deelt haar plannen tot herziening van de gemeentelijke belastingen met de Tweede Kamer aan de hand van een tweetal voorstellen:
(1) een brief waarin de bouwstenen zijn opgenomen voor de reeds eerder aangekondigde verruiming van het gemeentelijk belastinggebied;
(2) een wetsvoorstel tot afschaffing van de precariobelasting op nutsleidingen.
Voor beide voorstellen geldt dat het lang geduurd heeft voordat de regering deze voorstellen het licht heeft doen zien; bovendien gaat het nog jaren duren voordat de voorstellen feitelijk geëffectueerd zullen worden. Zo geeft de regering in de ‘bouwstenenbrief’ aan dat de politieke besluitvorming over de uitbreiding van het gemeentelijk belastinggebied aan een volgend kabinet zal worden overgelaten. Eerder – in december 2015 – kondigde de regering al aan dat een verruiming van het gemeentelijk belastinggebied naar verwachting niet eerder dan met ingang van 2019 kracht van wet zal kunnen krijgen.
Bij de afschaffing van de precariobelasting op nutsleidingen is voorzien in een overgangstermijn van 10 jaar (derhalve tot 2027) voor gemeenten die in 2015 reeds leidingen van energie- en waterbedrijven in de heffing betrokken; op de korte termijn wordt slechts het alsnog invoeren van een dergelijke belasting met dit wetsvoorstel voorkomen. Kortom: het tempo ligt laag. ...